De Kanselarij
Leeuwarden
9 Oct 2018 – 10 Jan 2019
Scroll naar beneden voor de toespraak die ik op 6 januari 2019 hield in De Kanselarij.
Oerwoud slingert zich om duizendjarige tempels
Een verblijf in Cambodja in 2017 inspireert tot deze serie werken, waarin stenen en vegetatie strijden om licht, lucht en ruimte. In schilderijen laat ik de grillige vormen van de vervlechting zien.
Waarom een serie over Angkor
De serie Angkor heeft zijn oorsprong in een ontmoeting in de zomer van 1975. Ik ontmoette Seang Ang Chin in Washington DC. Hij werd geboren en getogen in Siem Reap, in het noorden van Cambodja, waar zich de tempels van Angkor bevinden. Hij was aangekomen in Washington als asielzoeker met het laatste vliegtuig dat vertrok uit Phnom Penh, voordat de Rode Khmer het land overnam.
In maart 2017 kreeg ik de mogelijkheid om naar Siem Reap te gaan. Zeven dagen achtereen verkende ik het gebied van Angkor, meestal op de fiets. De tempels zijn onbeschrijfelijk mooi, vooral waar ze overwoekerd zijn door oerwoud, zoals Ta Prohm en Beng Mealea.
Een ervaring: Ik loop over de dam door het meer Neak Pean, naar het eilandje in het midden en hoor een zacht muziekje. Dichterbij gekomen zie ik dat er een orkest is, bestaande uit mannen die allen een of meer ledematen missen. Voor de groep staat een bord met in het Engels: ‘Wij zijn slachtoffers van landmijnen; wij zijn geen bedelaars, maar maken muziek’.
Het land maakt diepe indruk op mij door de veerkracht van zijn bewoners, de geschiedenis die overal nog voelbaar is en de overweldigende schoonheid van de tempels en het oerwoud.
Terug in Nederland maakte ik een serie schilderijen over de tempels die met het oerwoud strijden om lucht, licht en ruimte.
In mei 2018 was de tentoonstelling te zien in Maison du Cambodge in Parijs.
Rode Khmer
Van 16 april 1975 tot 7 januari 1979 heerst in Cambodja het schrikbewind van de Rode Khmer. Dit betekent het einde van geld, onderwijs, boeddhisme en bewegingsvrijheid. Intellectuelen worden vermoord, alle bewoners van de steden moeten werken op het platteland. Iedereen in het land kent de uitdrukking ‘drie jaar, acht maanden en twintig dagen’.
Cambodja wordt in 1979 veroverd/bevrijd door Vietnam, maar de Rode Khmer maakt het land nog zeker 10 jaar onveilig.
Na 1990 begint Cambodja langzamerhand aan de wederopbouw en wordt het ook weer toegankelijk voor buitenlanders.
Artikelen over mijn expositie:
__________________________________________________________________
Toespraak in De Kanselarij, Leeuwarden, zondag 6 januari 2019
Tekenen en naaien heb ik mijn hele leven gedaan, reden om in 2003 naar Kunstacademie Minerva in Groningen te gaan. Daarvóór was ik docent communicatieve vaardigheden (Nederlands, Frans en Spaans) op Hogeschool van Hall Larenstein in Groningen en Leeuwarden. Ik ben geboren in Zeddam (Gelderland), gelegen in een bosrijk gebied tegen de Duitse grens.
Mijn werk gaat vaak over bomen.
Bomen zijn oude levende wezens in de natuur, die ongegeneerd hun voortplantingsdrift uiten. Ze laten zien dat ze veel meegemaakt hebben. Daar waar ze de concurrentie aangaan met de cultuur, omhelzen ze die en zetten hem naar hun hand. Daar zijn mensen gevoelig voor.
In deze tentoonstelling laat ik drie soorten werken zien:
1 serie Angkor: 16 schilderijen op papier en 1 op linnen;
2 boom in Beveren bij Antwerpen, Hof ter Saksen;
3 bos in Engeland, New Forest.
Angkor
Het tempelcomplex van Angkor beslaat 160 vierkante kilometer en omvat ruim honderd archeologische gebouwen. Ik bezocht het in 2017. Het is de historische hoofdstad van het Khmer Keizerrijk, gebouwd van de negende tot de dertiende eeuw, het culturele en spirituele hart van Cambodja.
Het keizerrijk van Angkor raakt in verval nadat er wegen aangelegd worden. Daardoor komt er contact met de buitenwereld, waardoor ook vijandelijke troepen erin kunnen. De mensen trekken weg. Dan neemt de natuur het over. De tempels worden overwoekerd door het omringende oerwoud, blijven eeuwenlang verborgen en worden wakker gekust in de twintigste eeuw. De strijd tussen natuur en cultuur is het thema dat steeds in mijn werk terugkomt.
In zestien schilderijen zijn de grillige vormen van de vervlechting te zien. Ik kies details die mij aanspreken. De serie is gemaakt met waterverf op papier. Daaroverheen komt een transparante primer. Die is nodig, omdat ik het schilderij afmaak met olieverf. Waterverf en olieverf gedragen zich totaal verschillend. Door deze techniek toe te passen kan ik de voordelen van beide materialen gebruiken: waterverf kan ik zeer nat aanbrengen, het materiaal gaat zijn eigen gang, en droogt grillig op. Met olieverf kan ik vloeiende verlopen maken.
Als je in mijn atelier komt zie je dat mijn meeste schilderijen een explosie van kleur zijn, maar de serie Angkor is grotendeels in aardkleuren uitgevoerd.
Drieluik Where do you go
Ik teken een compositie op papier en daarna op schilderslinnen. Op het linnen maak ik een achtergrond van vloeiende verf. De compositie op papier neem ik over op katoen. Dit wordt de onderlaag voor de genaaide onderdelen. Op het katoen komt fiberfil en de toplaag van genaaide stoffen.
De genaaide delen bevestig ik op 3 manieren op schilderslinnen: met de hand genaaid, op de achterzijde over de rand geniet en met boekbinderslijm.
Op het drieluik Where do you go is een spreuk van Ilya Prigogine & Isabelle Stengers van toepassing: ‘Het leven is geen product van toeval maar van natuurlijk processen, die orde creëren en die ruimte laten voor spontaniteit.’ Zij schetsen een verbond tussen mens en natuur, waardoor het leven kan zijn wat het altijd geweest is: origineel, creatief en vrij (Gerard Bodifee, Volkskrant, 24 dec 2018).
Het schilderij is één grote chaos, maar om die chaos te maken is orde nodig. Er is enorm veel te zien, iedereen ziet er andere dingen in, het verveelt nooit.
De bron van dit schilderij is een omgevallen boom in New Forest. De natuur mag daar zijn gang gaan. Dus er ligt een ravage van omgevallen bomen. Er zijn afgescheurde takken, stukken die aan het vergaan zijn en andere waar nog vitaliteit in zit, wortels die opgewipt zijn uit de grond, uitgespoeld door regen en zwevend door de lucht.
Bomen abstraheer ik en ze krijgen betekenis: kracht, vitaliteit, flexibiliteit, aanpassingsvermogen, liefdevolle opname en omhelzing.
De financiële kant
Een toehoorder merkt op: ‘Misschien een foute vraag, maar zit er ook een commerciële kant aan je werk, wil je dit graag verkopen?’
Mijn antwoord: ‘Ja, ik wil het graag verkopen.’
Toehoorder: ‘Oh, toch wel?’ Dit bracht enorme consternatie teweeg in het publiek.
Ik: ‘Je kunt het commercieel noemen, maar een kunstenaar is meestal niet commercieel. Als die een fatsoenlijk uurloon zou berekenen, wordt het kunstwerk zo duur dat niemand het koopt. Dan verdient ze niets. Als je echt geld wilt verdienen, moet je een ander beroep kiezen. Maar wat het geld voor mij wel betekent is waardering. Dat mensen geld ervoor over hebben vind ik fijn.
En je hoeft niet perse een schilderij te kopen, om ervan te genieten. Als de prijs te hoog is voor je budget, kunt je altijd nog een catalogus kopen, waar de meeste van deze werken in staan.’